Florence en zijn provincie zijn rijk aan villa’s, gebouwen en kastelen die door de eeuwen heen gebouwd zijn door de meest belangrijke aristocratische families. De meest bekende en bezochte zijn zonder twijfel de villa’s van de Medici van Cafaggiolo en Castello en Villa Demidoff in Vaglia.

In werkelijkheid zijn het veel florentijnse families die hun stempel hebben gedrukt op het territorium door grootse plattelandresidenties te construeren, om te genieten van de geneugten van het leven ver weg van het werk en het stadsleven. Tussen deze, de familie Pucci, die in de XVe eeuw het kasteel van Oliveto in Castelfiorentino liet bouwen en honderd jaar later de villa van Bellosguardo in Lastra a Signa, de Rucellai, die de gelijknamige villa in Campo Bisenzio liet verrijzen, de Ginori, eigenaars van villa Ginori in Doccia (gemeente van Sesto Fiorentino) en de Guicciardini, eigenaars van villa Guicciardini Corsi Salviati in Sesto Fiorentino.

In recentere tijden is Fiesole gekozen als rustoord door leden van de noord-europese aristocratie, die grote villa’s hebben gekocht en gerestaureerd (bijvoorbeeld villa Le Balze, villa Nieuwenkamp en villa I Tatti) volgens de typische smaak van de XIXe en de XXe eeuw.

Als de periferie van Florence bezaaid ligt met villa’s met spectaculaire tuinen (villa Capponi in Arcetri, villa Gamberaia in Settignano en villa Strozzi al Boschetto), is het centrum van de stad rijk aan imposante gebouwen, ooit het verblijf van de grote florentijnse families, zoals bijvoorbeeld palazzo Medici-Riccardi, palazzo Frescobaldi en palazzo Corsini al Prato.